
Bronbemaling tijdens werkzaamheden, waarom en hoe gaat dat in zijn werk?
Voor het project AWS Zwanenburg worden er tussen de afvalwaterzuiveringen Haarlem Schalkwijk en Zwanenburg twee nieuwe transportleidingen aangelegd. BAM Energie & Water voert dit werk voor Rijnland uit.
De leidingen gaan dwars door de polder en dat zorgt voor uitdagingen. Bijvoorbeeld op de plaatsen waar de grondwaterstand erg hoog is. Om te zorgen dat de bodem tijdens het graven niet steeds wordt opgeduwd door de waterdruk, wordt bronbemaling ingezet. Wat dit precies inhoudt en hoe de werkzaamheden zijn verlopen, lees je in dit interview met Bram Bakker van Mos Grondwatertechniek en Lodewijk Rous van BAM Energie en Water.
Wat is bronbemaling en waarom is dit nodig?
Bram: “De Nederlandse bodem bestaat uit verschillende bodemlagen. Denk bijvoorbeeld aan klei, veen, zand of grind. Klei en veen hebben een remmende werking op de doorstroom van grondwater. In zand en grind stroomt het water makkelijker door. Bij het aanleggen van een ondergrondse leiding is het dus belangrijk om te weten met wat voor soort bodem we te maken hebben. Is een grondlaag verzadigd (ofwel zit er veel grondwater in) dan bestaat het risico dat dit tijdens het ontgraven problemen veroorzaakt. In dat geval verlagen we tijdelijk de grondwaterstand. Dat water wegpompen uit de grond noemen we bronbemaling.”

Hoe gaat bronbemaling precies?
Bram: “We halen op verschillende manieren water uit de grond en op verschillende niveaus. Als eerste leggen we buizen horizontaal in de bodem. Via deze zogenaamde drainbuizen voeren we overtollig water af om de ontgraving droog te maken.
Ook pompen we dieperliggend grondwater weg. Hiermee zorgen we dat de bodem tijdens het werk niet opduwt omdat er te veel grondwaterdruk zit in die laag. Dat doen we door verticaal buizen in de bodem te boren. Op de plaatsen waar leidingen onder de sloot door gaan (ook wel slootkruisingen genoemd) pompen we soms wel tot vier meter diep water weg.”
Waar gaat het weggepompte water heen?
Bram: “Om die vraag te kunnen beantwoorden, is het goed om iets te weten over de geschiedenis van de polder. De Haarlemmermeer is een zeepolder die in 1852 is drooggelegd. Geologisch gezien is dat nog niet zo lang geleden, dus is het grondwater in de diepere lagen nog vrij zout.
Zout grondwater mag absoluut niet worden geloosd op zoet oppervlaktewater, zoals de sloot of de ringvaart, want dan kan verzilting optreden. Dat is slecht voor de natuur. Het water dat we uit de diepere lagen pompen, brengen we daarom op een andere plaats weer terug in de bodem. Retourbemaling heet dat. Het water uit de hogere grondlagen kunnen we wel lozen op het oppervlaktewater.”

De aanleg van de leidingen vindt plaats in agrarisch gebied. Daar moet het normale werk ook kunnen doorgaan. Hoe houden jullie contact met de ondernemers?
Lodewijk: “Zowel Rijnland als BAM hebben een omgevingsmanager, die contact houdt met ondernemers en andere belanghebbenden. Vooruitlopend op de uitvoering hebben zij gesprekken gevoerd met de betrokken landeigenaren en pachters. Waar nodig zijn compensatiemaatregelen getroffen.
Tijdens de werkelijke uitvoering zijn de lijnen vaak korter en hebben de ondernemers direct contact met de uitvoering van BAM. Eventuele vragen kunnen dan direct worden beantwoord.”
Zijn jullie nog andere uitdagingen tegengekomen in het gebied?
Bram: “Voorafgaand aan het werk had opdrachtgever Rijnland bodemonderzoek gedaan, maar niet alle delen van het werkgebied mochten toen al worden betreden. Er bevond zich dus nog een ‘zwart gat’ in de gegevens, juist op de plaats waar gegraven moest worden. Op geologische kaarten was te zien dat er ooit een geul aanwezig was, inmiddels opgevuld met een mengeling van grof en fijner zand.
Zoals ik eerder vertelde, zand is waterdoorlatend; daarom hebben we aanvullend onderzoek gedaan en twee pompproeven uitgevoerd op de diepste slootkruisingen. Dat was maar goed ook, want de eigenschappen van de grond waren totaal anders dan we hadden gedacht. Samen met BAM hebben we het plan van aanpak van de bemaling vervolgens gebaseerd op de uitkomst van beide pompproeven.

Tot slot: wat maakt deze samenwerking tussen Mos en BAM tot een succes?
Lodewijk: “Voor dit soort specialistische werkzaamheden is het belangrijk dat je een betrouwbare partner kiest die bekend is in het werkgebied. Mos en BAM Energie en Water hebben al in verschillende grote projecten succesvol samengewerkt, dus we hebben een gezamenlijk verleden, dat speelt ook een rol.”
Bram: “We hebben vanaf de aanbesteding van het project nauw samengewerkt. Door theoretische berekeningen te maken en de verwachte risico’s in de praktijk te testen. Hierop hebben we vervolgens het plan van aanpak afgestemd en dat heeft ertoe geleid dat in de uitvoering alles vlot en zonder problemen verlopen.”
Meer over AWS Zwanenburg
