
Gewoon en buitengewoon onderhoud
De legger oppervlaktewateren onderscheidt twee categorieën watergangen in ons watersysteem: primaire watergangen en overige watergangen. Bij overige watergangen zijn de eigenaren van de (aanliggende) percelen verantwoordelijk voor het onderhoud.
Primaire watergangen: hoofdverbindingen
De primaire watergangen zijn de hoofdverbindingen in het watersysteem. Ze zijn van regionaal belang voor de aanvoer, afvoer en berging van water. De meeste primaire watergangen onderhoudt Rijnland zelf. Hoe vaak en op welke manier wij onderhoud plegen, is vastgelegd in ons onderhoudsplan Schonen watergangen natprofiel.
Ons motto daarbij: stoor de dieren zo min mogelijk. Watergangen onderhouden we rustig en steeds in één richting. De dieren hebben daardoor een uitweg. Slootvuil laten wij eerst een etmaal op de kant liggen, zodat de meegekomen dieren weer terug kunnen vluchten naar het water. Sommige waterkanten verdelen we in intervallen die we om en om aanpakken, zodat er altijd ongeschonden plekken zijn voor planten en dieren.
We houden rekening met de Wet Natuurbescherming en hanteren een gedragscode die voor alle waterschappen geldt.
Bij de percelen die langs deze watergangen liggen, zijn de eigenaren verantwoordelijk voor het onderhouden van de oevers en geldt voor hen de ontvangstplicht van het slootvuil uit het water.
Overige watergangen: lokale verbindingen
De overige watergangen hebben voornamelijk een lokale transport- en bergende functie.
In stedelijk (bebouwd) gebied zijn meestal de kadastrale eigenaren verantwoordelijk voor het onderhoud. In het landelijk gebied zijn dat de zogeheten 'aangelanden', de eigenaren van de kadastrale percelen die langs deze watergangen liggen. Perceeleigenaren aan weerszijden van de watergang zijn elk verantwoordelijk voor hun eigen oever en voor hun helft van de watergang.
Gewoon en buitengewoon onderhoud
De onderhoudsplichtige van een watergang is zowel verantwoordelijk voor het gewoon onderhoud als voor het buitengewoon onderhoud. Wat is wat?
Gewoon onderhoud
Gewoon onderhoud omvat:
- het verwijderen van (overtollige*) waterplanten (ook bij duikers, hekken en drainagelopen);
- het verwijderen van vuil, kroos, bladeren, voorwerpen en overhangende begroeiing die transport, berging of onderhoud van het water belemmeren;
- het ophalen van oeverdelen die in het water zijn gezakt of getrapt;
- het schoonhouden van de binnenzijde van duikers, zodat deze blijven functioneren.
*Een veelgestelde vraag bij gewoon onderhoud: hoeveel beplanting mag blijven staan in overige watergangen?
Hiervoor gelden regels. De gemiddelde breedte van de watergang is daarbij bepalend. Je vindt deze in de legger oppervlaktewateren.
Als de kaart verschijnt; zie je een legenda/pop up scherm. Klik op ok. Zoom in op de gekleurde aslijn in het betreffende water en klik er op. Het pop-upvenster wat verschijnt bevat alle informatie.
Buitengewoon onderhoud
Buitengewoon onderhoud dient om de watergang op breedte én op diepte te houden. De minimaal benodigde waterdiepte (ingreepmaat) van elke watergang staat ook in de legger oppervlaktewateren vermeld. Door het slib van de bodem te verwijderen (baggeren), krijgt de watergang weer de diepte die de legger voorschrijft.
Let op: bagger nooit dieper dan de vaste bodem. Deze bestaat van nature uit klei, leem of zand.
Zo doet uw het gewoon en buitengewoon onderhoud goed
Onderstaande figuur toont het hele plaatje. Zo voer je het gewoon (linker kolom) en buitengewoon onderhoud (rechter kolom) goed uit. Rijnland is blij als je het op deze manier doet. Zo help je mee aan een goed watersysteem met oog voor flora en fauna.

Download de infographic 'Onderhoud water, zo doet u het goed'
Wat betekent de ontvangstplicht?
Voor het ontvangen van slootvuil geldt de ontvangstplicht uit de Waterwet. Deze wet zegt onder meer dat de eigenaren van de percelen die langs watergangen liggen, moeten toestaan/accepteren dat:
- het waterschap onderhoud pleegt of (herstel)werkzaamheden uitvoert aan waterstaatswerken;
- het teveel aan waterplanten, afgestorven planten, ingevallen blad en takken, slib en ander vuil dat bij het onderhoud van de watergangen wordt verwijderd op de oever worden gelegd.