
Waarvoor wel en geen subsidie
Je kunt hier lezen waarvoor je een subsidie kunt aanvragen en in welke situaties wij geen subsidie geven.
Wel subsidie
Je kunt een subsidie aanvragen voor een natuurvriendelijke oever in de volgende situaties:
- Het gaat om het afgraven van een bestaande oever met of zonder beschoeiing.
- Soms wil een aanvrager extra water graven. Rijnland geeft daar geen subsidie voor. Extra gegraven water moet apart worden genoemd in de aanvraag, de financiële onderbouwing en op de tekening. Zodat duidelijk is welk water gegraven wordt voor de natuurvriendelijke oever en welk water extra is.
- Beplanting: de inheemse gebiedseigen oeverplanten die in de natuurvriendelijke oever worden gezet. Rijnland geeft subsidie voor de kosten van de oeverplanten en voor de kosten van het plaatsen van deze planten in de oever. Rijnland geeft ook subsidie voor vegetatiematten of -rollen met voorgegroeide oeverplanten.
- Advies: Rijnland heeft een lijst met voorbeelden van inheemse soorten oeverplanten die goed groeien in een natuurvriendelijke oever. Er is ook een lijst van oeverplanten met het advies om deze niet te planten.
- Rijnland mag planten weigeren. Dit geldt vooral voor niet inheemse planten of plantensoorten die niet eerder in een gebied voorkwamen.
Een afrastering is bijvoorbeeld een hek, schrikdraad of gaas tegen schade door dieren. De afrastering zorgt ervoor dat vee, ganzen of andere dieren niet in de natuurvriendelijke oever kunnen komen en de planten opeten.
- Een onderwaterbeschoeiing is een oeververdediging. Bij diepere watergangen met steile oevers kan het aanbrengen van een onderwaterbeschoeiing nodig zijn. Dat voorkomt dat de grond van de onderwateroever wegzakt in de watergang. Jonge planten hebben dan meer kans om te ontwikkelen.
- De onderwaterbeschoeiing en de volgroeide planten in de oever gaan samen losslaan en wegspoelen van de oever tegen bij golfslag door wind of boten.
- De beschoeiing blijft onder water. Omdat hout onder water niet snel wordt aangetast, kan een goedkopere houtsoort worden gebruikt. Gebruik alleen hout met een FSC-keurmerk.
Geen subsidie
Je krijgt géén subsidie voor een natuurvriendelijke oever in deze situaties:
Je krijgt geen subsidie voor de materiaalkosten of het plaatsen van een vooroeververdediging of golfbreker
Groot risico op beschadiging van de oever door golven veroorzaakt door scheepvaart.
In een jachthaven is veel activiteit en golfslag door langsvarende boten. Hierdoor ontstaat schade aan de onderwaterplanten.
De aanleg moet een verbetering zijn voor het watersysteem. Dat is niet zo als de oever al natuurvriendelijk is. Een oever is natuurvriendelijk als er al een natte zone is met oeverplanten met een gemiddelde breedte van 1 meter of meer. En als daarbinnen de horizontale bedekking 50% of meer is.
Een oever die korter is dan 20 meter heeft te weinig positief effect voor de waterkwaliteit.
- Is een oever langer dan 700 meter, dan kun je voor maximaal 700 meter subsidie krijgen.
- Met deze maximale lengte wil Rijnland voorkomen dat aanvragers vele kilometers natuurvriendelijke oever gaan aanleggen. En daarmee een onevenredig groot deel van op het jaarlijks beschikbare subsidiebudget gebruiken.
De oever mag het onderhoud van de watergang door Rijnland niet moeilijker maken.
Rijnland geeft geen subsidie voor een natuurvriendelijke oever die op een plek komt waar herstel van een kade of dijk nodig is.
Voorbeelden van kleine kans op goede ontwikkeling:
- Een oever op de windzijde van een plas met grote strijklengte. De strijklengte is de ononderbroken afstand waarover de wind over het water kan waaien. De strijklengte is bepalend voor de grootte van de golven. De effectieve strijklengte is pas echt groot in water, waarbij de breedte en lengte ongeveer even groot zijn. Bijvoorbeeld bij meren. Bij smallere watergangen wordt de strijklengte sterk beperkt door de breedte van de watergang.
- Oevers waar bomen langs groeien, waardoor de oever grote delen van de dag in de schaduw ligt. Beplanting ontwikkelt dan onvoldoende. De afstand van de bomen tot de natuurvriendelijke oever moet minimaal 5 meter zijn. Bij hoge bomen geldt als afstand de hoogte van de bomen.
- Risico van veel bladval van bomen en struiken in de oever.
- Aanwezigheid van exotische waterplanten en oeverplanten. Bijvoorbeeld grote waternavel, waterteunisbloem, Aziatische duizendknoopsoorten, reuzenberenklauw of reuzenbalsemien.
- Aanhoudend veel ganzen en zwanen vlakbij de oeverlocatie. Risico dat beplanting wordt opgegeten.
- In watergangen met stroomsnelheden groter dan 0,2 m/s. Omdat er dan grotere kans is op wegspoelen van de oever.
Rijnland geeft geen subsidie voor een natuurvriendelijke oever als de aanleg van de oever al is begonnen voordat de subsidie is aangevraagd.
Rijnland geeft geen subsidie voor een natuurvriendelijke oever als de aanvrager met de uitvoering van de activiteiten winst wil maken.
Rijnland geeft geen subsidie voor een natuurvriendelijke oever als er een vergunning of maatwerk volgens de Rijnlandse keur 2020 nodig is, maar die niet is verleend.
Rijnland geeft geen subsidie voor een natuurvriendelijke oever als er een melding volgens de Rijnlandse keur 2020 nodig is, maar die niet is gedaan.
Rijnland geeft geen subsidie voor het afgraven van een natuurvriendelijke oever als de oever een compensatie is voor een demping. De verplichting voor compensatie van een demping staat in de Rijnlandse keur 2020. Je kunt wel in aanmerking komen voor een subsidie voor de beplanting van de oever.
Rijnland geeft geen subsidie voor het afgraven van een natuurvriendelijke oever als de oever een compensatie is voor een toename van verhard oppervlak. De verplichting voor compensatie van toename verhard oppervlak staat in de Rijnlandse keur 2020. Je kunt in aanmerking komen voor een subsidie voor de beplanting van de oever.
Een voorbeeld. Ergens verdwijnt een stuk natuur of een natuurvriendelijke oever door een demping, overkluizing (brug) of beschoeiing. De aanvrager moet dan zorgen dat er een stuk natuur of een natuurvriendelijke oever terugkomt. Hiervoor geeft Rijnland geen subsidie. De verplichting voor compensatie van het verlies van natuurwaarden staat in de Rijnlandse keur.
De aanleg van zo’n oever kost veel en drukt zwaar op het beschikbare subsidiebudget voor subsidies aan derden. Medefinanciering van deze oevers gaat daarom via een kredietaanvraag.
Rijnland geeft geen subsidie voor een natuurvriendelijke oever als de activiteiten geen relatie hebben met de reglementaire taken van Rijnland, of op een andere manier niet in het belang van Rijnland zijn. Reglementaire taken van Rijnland: Veilige keringen en voldoende en gezond water. Niet in het belang van Rijnland: Onze taken komen in gevaar of worden moeilijker uit te voeren.