
Vaste objecten bij water onderhouden
Onderhoud aan vaste objecten betekent het reinigen of conserveren van bijvoorbeeld een kademuur, sluis, (spoor)brug, steiger, gevel of pijpleiding. Hiervoor gelden regels.
Werkzaamheden melden?
Met de vergunningcheck in het omgevingsloket bepaalt u of het nodig is dat u de werkzaamheden meldt. U kunt de melding doen in het omgevingsloket.
Het belangrijkste is dat u netjes werkt. Gebruik beschermende maatregelen om de werkruimte af te schermen. Zo voorkomt u dat er straalmiddel, schuursel, verfresten of reinigingswater in het water terecht komt. Reinigingswater dat toch nog vrijkomt loost u in het oppervlaktewater.
Spoorbruggen en vaste objecten
Het is lastig om de werkruimte helemaal af te schermen bij onderhoud aan spoorbruggen, vaste objecten in het water en bij smalle vaste objecten. Er gelden daarom andere regels.
Bij spoorbruggen zijn bovenleidingen aanwezig. Hierdoor is afscherming aan de bovenkant niet mogelijk. De zijwanden steken daarom 2 m boven het te behandelen object uit. Normaal is dit 1 meter. De hulpconstructie heeft geen zijwand aan de in- en uitrijrichting.
Bij het onderhoud van bijvoorbeeld de beweegbare delen van bruggen of aanlegsteigers schermt u de werkruimte zoveel mogelijk af. Binnen 50 cm van de waterkant is geen afscherming nodig als u reinigt volgens de technieken R1, R2 of R3 in combinatie met conservering waarbij geen stoffen uit categorie B of C worden gebruikt. Bij deze werkzaamheden komen namelijk weinig schadelijke stoffen vrij.
Bij hoge, smalle vaste objecten zoals kranen schermt u de werkruimte zoveel mogelijk af. Volledige afscherming lukt niet altijd omdat het vaste object instabiel is.
Sloop-, renovatie- of nieuwbouw
Bij sloop-, renovatie- of nieuwbouwwerkzaamheden aan het water voorkomt u zoveel mogelijk dat er afval in het oppervlaktewater terecht komt. De maatregelen die u hiervoor neemt beschrijft u in een werkplan.
Reinigingswater lozen
Het lozen van reinigingswater in de riolering is toegestaan bij het verwijderen van:
- Vuilafzetting. De verontreiniging van het reinigingswater is vergelijkbaar met ramen lappen.
- Hardnekkige aanslag van meerdere jaren. Bijvoorbeeld gevelreiniging of verwijderen van graffiti en verflagen.
Particulieren
Particulieren mogen zonder beschermende maatregelen de R1 en R2 reinigingstechnieken toepassen. U mag dan geen straalmiddelen gebruiken of conserveringstechnieken toepassen.
Straalmiddelen
- Gebruik een hogere kwaliteit straalmiddel. Dit vermindert de stofemissie voor een groot deel. Het voorkomt ook het ontstaan van grote hoeveelheden vervuilingen/afvalstoffen.
- Metallische straalmiddelen worden steeds vaker gebruikt. Er kan dan worden volstaan met minder afscherming. Technieken in cluster R3 waarbij een metallisch straalmiddel wordt gebruikt veroorzaken minder stof en milieuverontreinigingen dan het gebruik van mineraal straalmiddel of smeltslakgrit.
Gebruikt straalmiddel moet worden gerecycled, gereinigd of als gevaarlijk afval worden behandeld. Dit is afhankelijk van de samenstelling op dat moment. Werkzaamheden waarbij meer stofvorming optreedt of waarbij stoffen uit een hogere categorie vrijkomen of worden gebruikt vragen een grotere afscherming.
Reinigings- en conserveringstechnieken
Om de verontreiniging van het milieu zoveel mogelijk te voorkomen past u bij voorkeur de technieken toe die het minst verontreinigend zijn.
- Droge technieken hebben de voorkeur boven technieken waarbij water wordt gebruikt.
- Technieken met metallische straalmiddelen hebben voorkeur boven technieken waarbij smeltslakgrit of een mineraal straalmiddel worden gebruikt.
- Handmatige technieken hebben de voorkeur boven machinale technieken.
- Machinale technieken met bronafzuiging hebben de voorkeur boven machinale technieken zonder bronafzuiging.
Meer informatie
De indeling van:
Informatie over:
-
Afdeling Vergunningverlening & Handhaving.
Klant Contact Team:
- Telefoonnummer
- (071) 3063494
- E-mailadres
- vergunningen@rijnland.net