Pieter van der Does (3)
Op 1 juli 1599 wordt in Haarlem ten huize van waarnemend dijkgraaf Arent van Duvenvoirde een rechtdag gehouden. In het verslag daarvan wordt in de marge aangetekend: "Den dijcgrave Van der Does is in zee". Die is op dat moment echter niet op zee, maar aan land, op het bij velen van ons bekende zonovergoten Spaanse eiland Gran Canaria, waar zich het volgende afspeelde.
De vloot van Pieter van der Does had op 26 juni 1599 het anker laten vallen voor Gran Canaria.Ter hoogte van de hoofdstad Las Palmas om precies te zijn. Pieter viel daar een warm onthaal ten deel; dat wil zeggen, zijn schepen werden onmiddellijk beschoten en zijn eigen schip raakte zelfs in brand. Maar daardoor liet hij zich niet tegenhouden. Met sloepen roeide hij met zijn mannen naarde wal waar ze direct in gevecht raakten met de Spanjaarden. Daar het ging bijna fout met Pieter toen hij uit zijn sloep het water werd ingetrokken. Maar door de bescherming van zijn stalen wapenuitrusting en de hulp van enkele van zijn metgezellen liep het goed af. Eenmaal vaste voet aan wal gekregen, trokken de manschappen van Van der Does op naar het aan de noordkant van Las Palmas gelegen fort Castillo de la Luz dat zonder al te veel moeite werd ingenomen.
Fort Castillo de la Luz
Las Palmas wordt ingenomen
Van daaruit trok het leger van Van der Does op naar Las Palmas dat op 28 juni werd ingenomen nadat de inwoners van de stad hun verzet hadden opgegeven. Zij konden ook niet anders want hun munitie was op, en met het laatste kanonschot schoten zij de sleutels van de stad richting van Van der Does als teken van overgave. De stedelingen waren zowijs geweest zich tijdig uit de voeten te maken en met vrouwen, kinderen en kostbaarheden de bergen in te vluchten, zo dat er niet veel te plunderen viel voor de Hollanders. Met een vertegenwoordiging van de Spanjaarden werd daarop onderhandeld over de stad. De eisen van Van der Does waren onderwerping van de stad aan de Staten van Holland en Zeeland en een grote som geld. De eiland bewoners konden en wilden niet op die eisen ingaan. Niettemin liet admiraal Van der Does twee dagen later in de kathedraal vanLas Palmas, de Santa Ana, vanwege het behaalde succes een eredienst houden, "met groote devotie Godt danckende voor de groote victorye". Maar dat zou iets te voorbarig blijken...
Een mislukte aanval
Aangemoedigd doorhet behaalde succes besloot Pieter een poging te wagen om het eiland te veroveren. Daartoe werd een afdeling van 2000 soldaten de bergen in gestuurd, in de richting van het plaatsje Santa Brigida, ten zuidwesten van Las Palmas. En daar ging het snel mis. De Hollanders waren gewend te vechten in de moerassige lage landen bij de zee, maar de bergen kenden zij niet. Daar waren de eilandbewoners heer en meester, en even voor Santa Brigida, op de berg Monte Lentiscal, werden de soldaten van Van der Does al in een hinderlaag gelokt. Er zat niets anders op dan op te geven en hals overkop en met grote verliezen keerden zij terug naar Las Palmas.
Pieter verlaat Gran Canaria
Alles bij elkaar waren de verliezen aan manschappen groot en de buit klein, waarop Pieter van der Does besloot het eiland te verlaten. Maar niet nadat hij Las Palmas in brand had gestoken om de Spanjaarden nog zoveel mogelijk schade toe te brengen. Wat er mee te nemen viel, al het geschut, alle klokken, en wat verder van waarde was, was daarvoor al ingescheept. De vloot voer vervolgens naar de zuidkant van Gran Canaria, naar het bij velen van ons bekende Playa des Ingles, waar vers water werd ingeslagen en enkele doden werden begraven.
De tocht gaat verder
Vandaar ging het verder naar Gomera. Ook dat werd aangevallen, en er volgde een herhaling van de gebeurtenissen op Gran Canaria. Na ruim een week besloot Pieter van der Does te vertrekken en de vloot te splitsen. Een deel begon aan de terugreis naar Holland, een ander deel, met Van der Does, ging verder zuidwaarts, op weg naar Santo Thomé. Begin oktober naderde de vloot de evenaar. Een schepeling die de expeditie overleefde, en van wie de belevenissen later in druk verschenen, vertelt van een bijzondere ontmoeting met de plaatselijke bevolking in de nabijheid van de kaap Lopes Gonsalves, waar kennelijk aan land werd gegaan om verversingen in te slaan. De Hollanders maakten er kennis met een plaatselijke koning die "twee van zijn wijven achter zich heeft, die een heel swart, de ander heel roodt geschildert van verf, ende waeren naeckt, alleenlijk dat zij wat doecks hadden voor haer schamelheyt". De aanwezige priester wordt door de schepeling omschreven als een waarzegger, die met de duivel omging, "want zij weten daervan Godt niet". De inlandse vrouwen waren wel nieuwsgierig naar die vreemdelingen en meer dan dat, maar zoals onze getuige het zegt, "alsoo hij niet lustigh en was, is hij 't ontsprongen".
Pieter wordt geveld
Op 19 oktober kwam de scheepsmacht voor Santo Thomé, een Portugees slaveneiland, gelegen op de evenaar in de Bocht van Guinee, dat meteen werd aangevallen. De stad Pavoasan werd bezet en er werd krijgsbuit binnengehaald, waaronder kisten met suiker en olifantstanden. Op deze succesvolle invasie van dit eiland volgde een drama dat uiteindelijk aan enkele duizenden bemanningsleden en soldaten het leven kostte. Er heerste op Santo Thomé een zeer besmettelijke en dodelijke ziekte waardoor de mannen stierven als ratten. Op 24 oktober viel ook Pieter van der Does ten prooi aan deze ziekte en stierf, pas 35 jaar oud, binnen enkele uren. Om zijn lijk niet in handen te laten vallen van de vijand werd het eerst aan boord gebracht, en 's nachts, zoals eerder beschreven, aan land gebracht en begraven in een huis dat vervolgens in brand werd gestoken. Er is een auteur die de vatbaarheid voor die besmettelijke ziekte omschrijft als “veroorzaakt door onmaatige hitte der lughtstreeke, door het overvloedig gebruik van ongewoone vrugten, en, waarschijnlijk ook door het vuurig boeten van geile lusten, daar de natuur van ’t gewest en de gewoonte der Eilanderen de vreemdelingen toe aandrijft”. Wat daar ook van waar moge zijn, de overgebleven manschappen besloten dat het de hoogste tijd was om terug te keren naar Holland. Ook tijdens de thuisreis stierven er nog velen aan die onbekende ziekte, en de vloot, of de schamele restanten ervan, kwam in maart 1600 in Holland aan.
Betekenis van Van der Does
In 1588, toen de jonge Pieter van der Does werd benoemd als dijkgraaf, stond het er slecht voor met Holland. Maar juist in de tien daarop volgende jaren keerde het tij ten goede, mede door de vele veroveringen van prins Maurits. En onze dijkgraaf Vander Does was daarbij, in zijn rol van admiraal en generaal. De tocht naar de Canarische eilanden en naar SantoThomé moet eigenlijk beschouwd worden als mislukt. Dat is de tragiek van Pieter. Niet met buit beladen teruggekeerd naar Holland en als een held ontvangen, maareen roemloos einde in een ver land viel hem ten deel. Uit de bewaard gebleven stukken in Rijnlands archief blijkt dat hij zijn functie als dijkgraaf, als hij aanwezig was, volledig en plichtsgetrouw vervulde. Pieters weduwe kreeg van dijkgraaf en hoogheemraden toestemmingom in het Gemeenlandshuis aan de Breestraat te blijven wonen. Zij bleef er tot 1610 als huismeesteresse om toezicht te houden op het huishoudelijk personeel.
Herdenking op Gran Canaria: Pieter niet vergeten
Pieter van der Does is in Nederland vrijwel vergeten, maar niet op Gran Canaria. Daar is in 1999 uitvoerig zijn mislukte invasie van het eiland vierhonderdjaar eerder herdacht met de uitgifte van een speciale postzegel, met officiële plechtigheden, met symposia, boeken en vele krantenartikelen. De Nederlandse Vereniging Canarias schonk, bij wijze van goedmakertje, aan de Santa Ana een bronzen klok ter vervanging van de klokken die Van der Does uit de kerk meenam. Voor de liefhebbers: in de Dorpskerk te Leiderdorp bevindt zich een mooi grafmonument van de familie Van der Does waarop ook Pieter is vermeld.
[Einde]